Intro
Samen weer eens een stukje lopen, dat is de gedachte. Het was immers alweer een tijdje geleden. Samen in dit verband is Willem Fox en Leendert Bakker. Dat het gelijk een kust naar kust tocht in Schotland wordt verbaast ons zelf ook. Maar ja, je neemt een uitdaging aan of niet. Want daar gaat het om, een challenge.  De TGO Challenge!

In de voorbereiding hebben we al veel plezier. We plannen een route, we plannen de bevoorradingen, boeken de vluchten, bedenken een teamnaam,  bespreken in detail wat we meenemen, bestellen nog wat verse gear, printen de kaarten, hebben het over de deelnemers, de organisatie, wijzigen de route, boeken twee overnachtingen, sturen de bevoorradingen in dozen op naar Schotland, laten t-shirts drukken met de teamnaam. En spreken dat allemaal nog een paar keer door.  
 
TGO Challenge
The TGO Challenge is an annual self-supported walking event across the Highlands of Scotland, west coast to east coast. The brainchild of well-known writer and mountaineer Hamish Brown, it was first held in 1980.

The Challenge is held every May and is sponsored by TGO, the walkers' magazine, in partnership with outdoor equipment specialist Rab.
As a Challenger you’ll plan your own route, which will checked by experienced vetters. Their comments may assist in your final preparations. You can plan a high- or a low-level route, or one that blends both. That flexibility, combined with the vast and varied geographical area available, is one of the Challenge’s unique attractions.
Many Challengers return year-after-year. Some plan entirely new routes, some repeat favourite sections… you’re free to choose.

The Challenge is a backpacking event – you’ll need to carry everything on your back, including food and shelter – but it’s up to you to choose whether you camp all the way across or use a mixture of camping, hostels and B&Bs. The extraordinary hospitality offered by many establishments has become legendary over the event’s 30+ years.

The Challenge is entirely non-competitive. A maximum of 15 days is allowed for the crossing. Most people take between 12 and 14 days, and the average length is about 180 miles. Remember that the Challenge is a walking event: routes involving running will be rejected.
The minimum age for entering is 18. While there is no maximum age, older Challengers are strongly advised to have a full medical check-up. The maximum number in a group is four. Many Challengers walk solo or with a companion. Dogs are not permitted.

The Challenge is restricted for environmental and administrative reasons to 300 participants each year, plus a number of people associated with the event. The event is generally over-subscribed, so a draw for places is made after the closing date for entries. We try to ensure that no-one is unlucky two years running.

The Challenge demands a good level of competence in navigation, survival techniques, campcraft and general hillcraft. It should not be your first experience of backpacking in Scotland (an exception can be made for walkers from overseas, to whom we are always willing to offer particular help). It is also renowned for its sociability and camaraderie, and you will always find you fellow-Challengers willing to help in any way they can.

Planning your own route is an essential part of the Challenge. Occasionally, however, it’s inevitable that some need a little advice and assistance. The message board is an excellent place to tap the hard-earned knowledge of more experienced fellow participants.
(deel 1)TGO Challenge, Schotland
10  t/m 26 mei 2012
voor deel 2 klik hier...
Het wordt spannend als ik de geprinte topografische kaarten met de route op de vooravond van het vertrek niet meer kan vinden. Terwijl Willem ze toch echt aan mij gegeven heeft omdat we dan zeker  weten dat ze mee gaan. De stap om hem te informeren is een grote, maar na vier uur zoeken  moet het.  Hij stelt me gerust:  ‘ach m’n jongen, je hebt nog tien uur tot morgenochtend’.  Fuck, kloten, shit, het zal toch niet? De kaarten vind ik twee uur later, ze liggen in de bak met de andere landkaarten…
Reisdag, donderdag 10 mei
Belia en Karin brengen ons naar Schiphol. We drinken nog een bak koffie en ik constateer weer eens dat er nergens een lulliger afscheid mogelijk is dan op Schiphol. Een laatste zwaai als je door de paspoortcontrole bent, that’s it, that’s all. Dag lieve Karin, tot gauw!

We vliegen met KLM op Glasgow, kauwen de heerlijke door Karin gemaakte boterhammen met lever en pekelvlees  op en bussen naar Shiel Bridge, onze startplaats. De busrit is ok, we rijden al snel langs Loch Lomond, een prettig weerzien. Het wordt nog mooier als we over de Moors richting Glen Coe rijden, geweldig, great views.

We hebben dan net in Bridge of Orchy afscheid genomen van het Nederlandse stel dat voor ons zit in de bus. Een jonge man en een jonge vrouw. Hij een jaar of vijfendertig schatten we en zij ook jong,  tijdloos jong. Een knap stel. Geen ervaren hikers zien we aan de spijkerbroeken, maar wel sportief stoer. Ze gaan drie dagen lopen op de West Highland Way. Als ze uitstappen rolt er een leeg flesje van onder haar stoel naar voren. En dan komt de schok voor ons: “Pappa, is dat flesje van jou?”  Niet Pap, Paps, of gewoon Kees, nee Pappa. In één klap verandert een aantrekkelijke jongedame in een kind en wij in een stel viezeriken. 

In Fort William stopt de bus anderhalf uur, genoeg tijd om nog even een gastankje te kopen en een petje voor Willem. Willem bekent me dat hij na al die jaren bekeerd is tot de Orde van de Pettendragers. Dat hij nu ook ervaart hoe heerlijk het is een klep voor de kop te hebben, hoe jeugdig je je voelt als je pet achterstevoren op je knar zet. Man, pet, leven! Een confessie van Dr. Fox, een unicum. Ik ben een bevoorrecht mens.

TGO Challenge Logo 2012
Croccy Superfeet (Dennis Pigeon)
Terug bij de bus schieten we een foto van Croccie Superfeet. Een werknaam voor hem van ons, omdat we z´n naam nog niet kennen. Hij schijnt de TGOC op Crocs te gaan lopen. Dat is behoorlijk nieuws, want er is net een generatie Challengers opgestaan die de bergschoenen vaarwel heeft gezegd en op trainers loopt. Maar Crocs, dat is nog niet vertoond. Ja, als tweede paar, voor de doorwadingen, voor bij de tent of voor in de bothy. Maar niet om ruim driehonderd kilometer op te lopen.   Als ik Croccie er naar vraag: ‘the secret isn’t the Crocs, it’s the Superfeet within’! En over de kleurencombinatie: ‘No, you don’t necessarily need a combination of light green crocs with orange superfeet, any colour combination will do’.  Mooi dat we dat weer even weten.

De natuur wordt steeds mooier, zeker na Spean Bridge.  De weg verdwijnt in dikke bossen, die weer plaats maken  maken voor rivieren, meren, bergen, great views. In Shiel Bridge stappen we van de bus en zoeken ons plekje in de Kintail Lodge.  We hebben een diner en een relaxte nacht voor de boeg.

In de pub zit  Ron Moak en zijn maatje Ken Martin. De mannen komen uit Oregon, Verenigde Staten.  Ron is de eigenaar van Six Moon Designs, hij ontwikkelt en verkoopt lichtgewicht hiking gear en is hier  ook om de TGO Challenge te lopen en en passant wat licht promotiewerk te doen. Willem weet dat soort dingen, dus het verbaast me niet als hij op Ron afstapt. Maar wel dat na het handen schudden Ron tegen Willem zegt: ‘Allright Willem, I’ve got a few hot lips for you. But it´ll cost you son´.  Nu is Willem van het regelen én van de verrassingen, maar wat is hier aan de hand!?

Het blijkt allemaal iets minder sappig dan het voorstellingsvermogen suggereert.  HotLips van Snow Peak bevestig je over de rand van je titanium mug om je lippen niet te verbranden. Willem heeft hem gevraagd om twee paar - lippen gaan per twee - mee te nemen. Die zijn in Nederland niet toegelaten, maar in Amerika wel. Willem geeft mij een paar, in dank aanvaard!

Na het eten lopen we nog even naar  het tankstation van Shiel Bridge om een stuk Cheddarkaas te kopen. We zien Kate O´Shea, onze buurvrouw in het hostel,  de start van haar route van morgen verkennen.  Dat gaan wij niet doen, onze route is duidelijk. Wel gaan we nog  even lekker in de rugzak rommelen. En nog dat ene nachtje slapen.

De route: Shiel Bridge - St. Cyrus
Dag 1 Shiel Bridge - Alltbeithe, vrijdag 11 mei
Afstand 19,7 km, stijgen 780 m, dalen 524 m.

Het ontbijt is stevig, a Full Scottish. Daarna snel terug naar de kamer en omhangen! We doen onze One Toe Dip, meer is overdreven,  in Loch Duich en gaan ervoor. Bon courage maatje, hou je haaks. De route van vandaag is redelijk lowlevel en van een acceptabel aantal kilometers. Dat hebben we bewust zo gepland, rustig aan beginnen, er eerst even lekker inkomen.

Het regent, maar niet continu. De temperatuur is goed, we kunnen de warmte goed kwijt. We lopen langs de River Croe, onderlangs de Five Sisters. Het dal is breed en landschap doet me aan Lapland denken, een meanderende rivier in een breed dal. Prachtig.  We komen Pete tegen. Pete loopt de Challenge voor de tweede keer. De eerste keer heeft hij het niet gehaald, hij gaat nu voor de herkansing. 

River Croe
Hadden Woodburn hut
Memorial sign
Buitje op buitje af
Mei, maar toch
Into Glen Affric
Trailstar Leen
Duomid Willem
We stijgen nu wat sneller en worden een paar kilometer verder getrakteerd op de Waterfalls, een tweede hoogtepunt.  Verderop passeren we Caban bothy en nemen binnen een kijkje. Dit ziet er goed uit, verzorgd, schoon en onderhouden. Maar dit is niet de plek waar we stoppen. Dat doen we bij het Allbeithe Youthhostel, in een prachtig brede vallei, Glen Affric. Het absolute hoogtepunt van de dag. In een schouwspel  van wolken, regen en zon lopen we er langzaam naar beneden in.


Voor de eerste keer prikken we de tentjes, een waar genoegen. Want wat zijn ze mooi. We installeren ons en bouwen aan de dinerroutine.  De routine bestaat mede dankzij de structuur die we hebben aangebracht. Altijd een hoofd- en nagerecht en bij de koffie daarna iets zoets. Of zoals Willem dat zegt: ‘een zoetertje’. 

Na het avondeten nemen we nog een kijkje in het Youthhostel., the most remote Youthhostel in Great Britain. Eigenlijk is het meer een soort berghut. Maar die kennen ze dan weer niet in Great Britain. Hostel- of berghut, we worden er razendsnel  weer uitgewerkt door de female Warden,  het is te druk, geen tijd en plaats voor tentkampeerders.  Dan nog maar even vanuit de tent het kamp bekijken. Er staan best een paar tentjes bij de rivier. We zien Pete binnenkomen en zijn Hilleberg Akto opzetten.

En dan verschijnen er een paar benen met enorme kuiten  voor de tentingang. Even later volgt het hoofd en begint Kuitmans het gesprek. Kuitmans lijkt als twee druppels water op George Roper, uit de televisieserie George & Mildred. Qua uiterlijk en spraak. Daar is helemaal niets mis mee, maar toch zijn we een beetje ongerust. Want als dit echt George is, ligt Mildred dan verderop in een tentje? En dringt ze dan later haar charmes aan ons op? Het valt mee, Kuitmans blijkt Sam te heten, loopt de TGO in z’n eentje,  maakt een rondje langs de tenten en een praatje met de bewoners , fellow Challengers.
Allbeithe Youthhostel, Glen Affric
Dag 2  Alltbeithe -  Cougie, zaterdag 12 mei
Afstand 19,4 km, stijgen 610 m, dalen 603 m.

We worden wakker met een zonnetje op het tentdak. Daar zijn vannacht wel wat druppels op gevallen, maar niet noemenswaardig. Uit de tent van Pete klinkt nog geronk. En dat is dan het laatste wat we van ‘m horen of zien, we komen hem deze tocht niet meer tegen. We lopen Glen Affric verder in en het zonnetje blijft bij ons, heerlijk. Het landschap verandert geleidelijk, Loch Affric komt er bij. Fotomoment.  Bij de Allt Garbh steken we door naar het zuiden. Dat is pittig stijgen en hier en daar knap zompig. Maar daarna valt het allemaal erg mee, per saldo wordt het een tweede relaxte dag.

Cougie is een bijzondere plek. Een afgelegen grassige enclave midden in de bossen en de moors. Ze houden hier paarden en pony’s.  Er zijn een paar bewoonde huizen, er zijn bed en ontbijt faciliteiten,  er zijn slecht onderhouden vakantiehuisjes. En een grasveld waar we onze tentjes kunnen neerzetten. Moeder Cougie ontvangt ons op haar terras met koffie, scones, fris en pils. Haar kleinzoon van een jaar of acht maakt zich verdienstelijk in de bediening en het noteren van de consumpties. En je kunt als je wilt zelfs aanschuiven bij de warme maaltijd.
Glen Affric
Glen Affric
Het kan dus toch met de auto
Soep trekken straks
Kuitmans
Onze tentjes vanaf het Cougie terras
Ook Kuitmans loopt hier rond, Willem treft hem bij z’n tent, een Hilleberg Akto. Tijdens de geartalk gisteren was het nog een prima tent, maar vandaag geeft Kuitmans aan dat hij op zoek is naar een andere. In de Akto blijkt hij steeds minder goed rechtop te kunnen zitten. We informeren voorzichtig naar zijn gezondheid, maar die blijkt uitstekend te zijn. Nee, de tent wordt lager.  Nu hebben Willem en ik geen excuus nodig om een ander tentje te kopen. Maar deze hebben we vanaf nu dan toch maar mooi achter de hand. 

Wij schuiven niet aan bij de Cougie warme maaltijd, want wij bouwen nog aan onze dinerroutine. Daarin meldt Leendert zich bij Willems tent met het verpakte droogvoer, hoofdmaaltijden en  toetje, een blikje gas, spork, mok. Daarna gaat hij water halen.  

We spreken met zoon Cougie. Hij geeft ons een uitgebreide verbale routebeschrijving voor morgen. Dit gebied doorkruist hij graag op z´n paard. Hij  doet ons voor hoe we bepaalde Schotse woorden moeten uitspreken. Vertelt hoe hij de brown trout in z’n vijver zover heeft gekregen dat ze hem komen begroeten. En leert ons over bezit, dat we in ons leven slecht passanten zijn, dat ‘you only own the ground where you stand on’.



Alle Jezustenen
 
Op het terras ontmoeten we verschillende Challengers. Donald Newlands, Andy Turner en James Lyons komen uit Arbroath aan de oostkust van Schotland. Op het oog ruige gasten, maar ze blijken uit het goede hout gesneden. We gaan ze vaker tegenkomen en houden het dan op de Arbroathies.  Martin komt uit een plaatsje bij Oxford. Hij heeft z’n wandelstokken in de bus laten staan en loopt nu met een stuk hout in z’n knuist.
Dag 3 Cougie - Fort Augustus, zondag 13 mei
Afstand 31,7 km, stijgen 810 m, dalen 1.053 m.

Uit het Final Report 2012 van de organisatie:  this year’s TGO Challenge was one of extremes. Sunday, may 13, saw ferocious weather strike the west of Scotland just as many Challengers were stepping out. Winds gusting to more than 110mph were accompanied by 12 hours of what the weatherman termed “persistant torrential rain”.  Hardnekkig aanhoudende regen en forse wind.

Maar dat weten we ’s morgens nog niet. We kunnen kiezen, een omweg via paden, of het eerste deel van de tocht doorsteken via de moors en dat dan grotendeels padloos. De laatste variant wordt het, ook een beetje door de indruk die we gisteren van zoon Cougie kregen. Maar tegen het advies van Vetter Bert Hendrikse in (een vetter is een veteraan die namens de organisatie je route beoordeelt).


Full rain and windprotection
An old Fordson
Sawingmachine as kitchentable

Het is een fikse klim om uit het dal te komen en eenmaal boven staan we op de open moors en begint het te regenen.  Na een half uur verdwijnt het pad en begint het struinwerk.  Martin voegt zich bij ons, hij komt via een andere aanlooproute op hetzelfde punt uit.
Het is buffelen, het is zwaar, het is richting bepalen. Het is een zompig gebeuren en steeds je route verleggen waardoor je weer moet klimmen of dalen. Uiteindelijke volgen we min of meer de rivier, de Allt na Muic. En daar komt geen eind aan. We zijn enorm blij als we het bos zien waar we ons op oriënteren, maar éénmaal in het bos ligt de route nu ook weer niet voor de hand.  Zoon Cougie heeft het misschien toch iets te makkelijk voorgesteld. Weer struinen en soppen. Maar eenmaal bij Loch Cuileig met het wel  goed beschreven pad - niet op de kaart - in de zuidoosthoek van het meertje, is het een makkie. We dalen nu snel en stoppen beneden bij de weg bij een half vergane schuur. We hebben alle drie natte voeten, maar zijn uit de wind en de regen.

Merkwaardig eigenlijk dat we daar zo blij mee zijn, want  daarmee is het belangrijkste wel benoemd. Natuurlijk hadden we liever even gezeten tijdens deze lunchbreak. Maar dat gaat niet. In het niet vergane deel van de schuur staan een tractor en een zaagmachine. Daaromheen ligt drek. Met goed opletten kan je drekloos staan, maar die focus is niet vol te houden, het gaat onbewust toch mis.  Dan hebben we het over de schoenen, maar de rugzak op de tractor wegzetten is ook een gevaarlijk spel. Spelen met de zwaartekracht, een spel van evenwicht versus de aantrekkingskracht van de koeienvlaaien op grond. Wel kunnen we op het staal van de zaagmachine de keks goed smeren en een kop koffie maken. Het gevaar van een instortend dak nemen we voor lief.

Als we met stront tot aan de schachtrand van de schoenen de weg  vervolgen begint het echt te stormen. We moeten ons schrap zetten om niet van de weg geblazen te worden. In de beschutting van het bos wordt het beter, maar we zijn er nog niet. Opnieuw moeten we struinen, want daar waar er gewerkt wordt aan het plaatsen van nieuwe hoogspanningsmasten ten behoeve van de omstreden windenergieplannen van de Schotse regering, is de weg er soms letterlijk niet meer. We stappen over op globale oriëntatie en komen zo al soppend ‘the works’ weer uit.

Het normaal bescheiden stroompje
Op het laatst mis ik de directe afslag naar Fort Augustus en  Willem is niet blij. Volkomen onterecht,  want zo kunnen we wel een uur langer van elkaar genieten . En van Martin natuurlijk, die nog even - goedbedoeld - met hulp van z’n ‘wheredidimissedthepath app’ bevestigt wat we al weten.  En dat alles op wat  qua terrein, omstandigheden en lengte van de tocht  de zwaarste dag zal blijken zijn. Eenmaal in Fort Augustus op de camping kunnen we kiezen. Het wordt een kamer in het hostel, heerlijk. Spullen voor zover mogelijk drogen, even luxe naar een zeer zware dag. Als we naar Fort Augustus lopen om een hapje te te eten wordt het droog.

Achteraf bezien hebben we het op deze dag nog best getroffen.  De wind was hard maar te doen, waar andere Challengers omver geblazen werden of mee de lucht ingingen. En waar andere Challengers niet verder konden vanwege hoog water en snelstromende rivieren, konden wij dat wel. Onze regenkleding hield het ook prima, ook dat kon niet iedereen zeggen. 

Dag 4 Fort Augustus - Garva Bridge, maandag 14 mei
Afstand 29.3 km, stijgen 1.079 m, dalen 828 m.

Vandaag lopen we op één van General Wade’s Roads, over Corrie’s Jekkie, ofwel de Corrieyairack Pass. Martin loopt weer met ons mee, blijkbaar is er iets in ons dat hem aantrekt. Alleen wij kunnen niets bedenken.

Al vrij snel buiten Fort Augustus komen we twee Challengers tegen, op hun weg terug. Ze hebben een etmaal vastgezeten vanwege het hoge water en denken nu de oostkust niet bijtijds te halen. Volgens ons kan dat nog makkelijk, maar ze zijn niet over te halen, ze stoppen ermee. Iets verderop staan wij voor de boosdoener en maken ons op voor onze eerste doorwading. Dat betekent in Willem´s geval weinig, hij loopt met z´n trainers gewoon het water in en er weer uit. Hij loopt dan wel met natte voeten, maar zolang je loopt blijven ze warm heb je daar geen last van. En ze drogen weer. Maar in mijn geval met bergschoenen aan ligt dat anders. Want voordat je besluit te doorwaden ben je eerst een heel stuk stroomopwaarts gelopen en voor de zekerheid ook nog maar even stroomafwaarts. In de hoop op bruikbare stepping stones, om over te steken. Als die er niet blijken te zijn moet de rugzak af, de regenbroek los, de gaiters af, de schoenen uit, de broek opgestroopt worden, Crocs aan, deze met spanbandjes vast zetten, de veters van de schoenen aan elkaar knopen, schoenen om de nek hangen  en de rugzak weer omhangen. Doorwaden. Aan de overkant de benen en voeten afdrogen en de hele routine weer andersom uitvoeren. Dat kost minimaal een half uur!
In the footsteps of General Wade
Cows ´n Castle
On their way back
Loch Ness
Wade but no general
Willem and Martin
Willem
Het is vandaag matig weer, maar het is regelmatig droog en we lopen weer in een schitterende omgeving.  Het enige minpunt vormen de hoofdspanningsmasten. Dat kan in andere delen van Schotland nog erger zijn, omdat er dan ook nieuwe wegen zijn gebulldozerd, wegen die het landschap doorsnijden, verschrikkelijk. Hier op Corrie´s Jekkie is het anders, hier is General Wade´s Road gebruikt om de masten langs te plaatsen.
Nu gaan we langzaam maar zeer zeker stijgen, we gaan richting pas. Dat doen we tot in de sneeuw die vanaf zeshonderd meter zo mooi op de bergen ligt. Tamelijk ongebruikelijk voor mei. Ik heb het zwaar, m´n voeten zitten klem in de schoenen die door de nattigheid gekrompen-  en bikkelhard geworden zijn. Toch wint de beleving het van de pijn, want het is hier prachtig. In de Melgarve bothy houden we pauze en maken koffie. De Arbroathies zijn hier en ook Shewie en Mick. Martin besluit hier te blijven voor de nacht en als wij weer vertrekken maken we ons best een beetje zorgen. Hij zal niet de eerste zijn die  ’s morgens wakker wordt met pijn in de poeperd  en een reep Mars in z’n hand… 

Bij Garva Bridge maken we kamp, er staat één tentje daar. David en Sue steken even hun hoofden buiten hun Terra Nova Voyager en duiken dan snel weer naar binnen, het wordt koud vannacht.
Eerst gaan we nog een hapje eten, werken aan de dinerroutine. Hierin gaan we plaatsnemen in de tent van Willem. Hij gaat als eerste zitten en als ik met m’n gat boven het slaapmatje hang zegt hij ‘stop’ want dan moet er eerst wat lucht uit gelaten worden. Uit het matje wel te verstaan. Want het gewicht van twee man kan daarvoor wel eens teveel zijn. Willem is daar erg voorzichtig mee, want het matje is van Belia, zegt hij. Maar het kan ook zijn dat hij niet op een lek matje, en dus de grond, wil liggen. Als we zitten hebben we een vaste opstelling:  Willem zit voor de kijkers links, ik rechts.  Met uitzicht, want de tent staat open.

Up to the snow
On the Corrieyarraick Pass
And down again
O Deer
The great cookout
As seen from the Garva Bridge
Cows taking Garva Bridge
Dag 5 Garva Bridge - Newtonmore, dinsdag 15 mei
Afstand 23,5 km, stijgen 434 m, dalen 482 m.

Op de bergen ligt een vers laagje sneeuw, het is fris van vanmorgen. Maar Willem’s betonmortel, een mix van brinta, muesli, melkpoeder en meer, garandeert ons samen met koffie een warme start en energie. Ook hier ontwikkelt zich een routine en op mijn ‘we lijken wel een stel’ volgt Willem’s ‘we lijken het niet, we zijn het’. Voor de zekerheid schuif ik een paar centimeter van ‘m af.

Echte vroege starters zijn we niet en we doen er ook geen moeite voor. De Arbroathies komen voorbij lopen en even later volgt ook Martin, met Shewie en Mick. Het wordt vandaag een zware dag.
Mijn kleine rechterteen is niet bepaald best. De natte leren schoenen zijn gisteren gedroogd maar ook behoorlijk ingeklonken en bikkelhard geworden. Bij de Laggan stores in Laggan helpt een Arbroathie me aan second skin.

De Laggan stores zijn exemplarisch voor de supermarktjes in de dunbevolkte gedeeltes van Schotland. Kleine winkels, bomvol met noodzakelijke waar, beperkt assortiment. Maar wat ben je blij als je zo’n winkel aan kunt doen. In dit geval betekent het ook koffie en een paar heerlijke koeken.

Donald Newlands, Andy Turner, James Lyons and Leendert Bakker
De teen besluit ons om de kortste en makkelijkste weg naar Newtonmore te kiezen. Niet door de boggy shit, maar over de weg. En dat dan uiteindelijk - in mijn geval - op crocs. Wat is dat lekker zeg, je tenen ruimte te geven. Op de weg loopt een schaap en da’s niet lekker in het gezelschap van zware vrachtwagens. Willem en Martin, ja hij is er weer, slagen erin om het schaap weer in de wei te krijgen.

Het is nu op naar Sue en Ali, naar het hostel dat ze sinds vorig jaar runnen in Newtonmore. Willem kent het hostel en de dames, hij is er in februari nog geweest om van daaruit een fijne tocht te maken.  We hebben hier een nachtje geboekt en plakken er nog een tweede achteraan. Dit om een rustdag in te bouwen, de teen te laten herstellen en wat aan het materiaal te doen.
Newtonmore Hostel is ook een plek waar TGO Challengers kunnen stoppen voor een kop koffie, thee en een lekkere - door Ali gebakken - cake.  Dat staat garant voor veel ontmoetingen,  zeker nu we hier een dag blijven. Eén ontmoeting is gepland en dat is die met Richard Else en Margaret Wicks.

Richard and Meg runnen Triple Echo Productions, een outdoor radio en tv onderneming. Willem is Richard en Meg in  2011 tegengekomen bij Barrisdale op Knoydart, ze waren daar Cameron McNeish´ coast to coast trip aan het filmen.  Willem is eerder dit jaar bij hen op bezoek geweest, vanavond vindt het ´tegenbezoek´ plaats. Eten in het Glen Hotel. Aan onderwerpen geen gebrek, waarvan we in ieder geval moeten noemen dat Richard zijn liefde voor  de - nu niet meer gemaakte - Phoenix tent belijdt: ´The tent I was using is no longer made but the company was Phoenix - great tents for their time in the 80's & 90's but possibly a bit too complicated with many guy ropes. Having said that, pretty robust´.  En het blijft niet bij eten alleen, ze doen ook nog eens onze was, geven mij leervet en zullen ons de volgende dag een slinger geven naar Kingussie. Dank Richard en Meg!
  
In het hostel ontmoeten we ook Elien Verguldt, met charmant Vlaamse zinnen en een kuiltje in haar kin.  Ze ‘doet’ Schotland en nu is Newtonmore Hostel haar uitvalsbasis. Ook zien we hier Mr. Cuben, the Five Fingers guy from the States.  Van hem leren we dat cuben fiber meer is dan een ultralichte stof. Het is a way of life
A not so bad morning view
Aan de afwas met Elien
Newtonmore ´Wild Cat´
Ali from the Newtonmore Hostel
Attacking the Bellybuster in the Glen Hotel
Snow in may...
Hersteldag, woensdag 16 mei
Willem zet bij het wakker worden een nummer op wat me vanaf de eerste toon te pakken heeft. Het is onmiskenbaar Leonard Cohen die alleen nog maar spreekbromt, maar samen met een stel zangeressen hier wel een geweldig nummer neerzet. Het blijkt 'Going Home' te zijn van zijn album 'Old Ideas'. De rest van de tocht krijg ik het refrein niet meer uit m'n hoofd.
Going home
Without my sorrow
Going home
Sometime tomorrow
Going home
To where it’s better
Than before
Ali is niet alleen gastvrouw/eigenaar van het hostel, maar ook huisarts! Ze kijkt ´s morgens even naar mijn teen en schrijft een antibioticumkuur uit. Richard brengt ons naar Kingussie. Het is echt geweldig al deze hulp. We ontbijten hier, bezoeken de apotheek en in de outdoorshop koopt Willem een petje en ik dunne sokken en extra handschoentjes.  

De dunne sokken vormen onderdeel van een pakket aan maatregelen om de schoenen weer in functie te herstellen. Drogen, oprekken, invetten en dan erin met dunnere sokken.  Het petje van Willem is om zijn lidmaatschap van de Orde van de Pettendragers te herbevestigen.  En het is waar. Een beetje pettendrager kan kiezen uit een zorgvuldig opgebouwde collectie.

’s Middags doen we het rustig aan. We maken een wandelingetje met Elien door Newtonmore en drinken wat in de pub. ’s Avonds eten we met Bernie Clark en Andrew Gilchrist, both nice guys. Bernie is ‘away from the wife’en Andrew wordt extreem geteisterd door blaren. Hij besluit de volgende dag - na raadpleging van Ali -te stoppen. 

Dag 6 Newtonmore - Ruighe nan Leum , donderdag 17 mei
Afstand 29,6 km, stijgen 759 m, dalen 544 m.

Als we de gordijnen opentrekken blijkt het gesneeuwd te hebben. Hallo, 17 mei!  Het is lekker om weer te lopen. Het regent en het is koud weliswaar,  maar dat biedt ons alle gelegenheid om lekker door te stappen en onze warmte goed kwijt te kunnen. 

In Kingussie treffen we meer Challengers, onder andere Lynsey Pooler. Lynsey hebben we gisteren al in het hostel ontmoet, waar ze even Ali en Sue gedag kwam zeggen en een kop thee kwam drinken. Ze heeft een leuke avond in de Tipsy Laird in Kingussie gehad, met real ales en vertelt dat ‘she retired to bed very happy’.

Als we het asfalt eindelijk verlaten begint de route steeds interessanter te worden.  Bos wisselt zich af met moors en we zien de hoge jongens in Cairngorms liggen. Vanwege de sneeuw blijven we laag en gaan door Glen Feshie in plaats van omhoog richting Sgor Gaoith. De hoge variant zou drie dagen betekenen, nu gaan we voor twee en zo lopen we de vertraging van de hersteldag weer in. 

Het blijft druilerig, maar dat vergeet je gewoon als Glen Feshie zich in al haar schoonheid aan je laat zien. Een breed ruig dal, met de River Feshie en caledonian pines. Na de afbuiging in oostelijke richting wordt het dal steeds smaller, wat dan op een andere - meer spectaculaire -manier weer prachtig is. We hebben zeker geen spijt van deze lage variant.  We stoppen bij Ruighe nan Leum, precies op tijd blijkt. Verderop treffen we dag daarna voorlopig  geen geschikte plekken aan.

De kilometers hebben we nu wel in de benen zitten, het is een lange dag geworden. Natuurlijk werken we nog even aan onze dinerroutine, hierin moeten we nu kiezen wat we eten.  Met name als de rugzak nog vol met eten zit is dat een item.  Maar we bereiken altijd overeenstemming. Soms is dit op basis van het ‘veel calorieënargument ‘(veel gedaan vandaag, moeten we aanvullen), soms op basis van het ‘gevaar van herhalingargument’ (gisteren aten we ook al puree) en als we er niet uitkomen op basis van het ‘prioriterende gelijke behandelingsargument’ (dan mag jij morgen kiezen).



Lynsey Long Legged Pooler
Hills ahead
Lunch!
River Feshie
Feshie again
Caledonian pines
Feshie gulch
All day waiting for our camera to come
Dan steekt Jane haar hoofd om de hoek van de tent. Of ze vanavond naast ons mag slapen. Willem kijkt me aan en ik zie dat ze dat mag, maar dan wel in haar eigen tentje. Wat een Scarp 1 van Tarptent blijkt te zijn. Jane blijkt de brede Feshie te hebben moeten doorwaden, respect. Want we weten hoe het  ijskoude water je op een verschrikkelijke manier in de kuiten bijt en dat kramp op de loer ligt. Later op de avond prikken ook Herman Stikvoort en Russ Mannion hun tentjes nog neer. Jane beweert te snurken, maar het tikken van de regen op het tentdoek laat ons dat niet controleren. 
MLD meeting Tarptent in Scotland
voor deel 2 klik hier...