Diede's Canigou, augustus 2006
Intro
Augustus 2006, Les Pyrenees Orientales. De vakantie is ingebed in Diede’s drukke zomerschema, tussen een survivalweek in de Ardennen en een week Vlieland. Anouk is mee.
Het is een ‘reguliere’ vakantie, vanuit de camping zaken ondernemen. Voor Anouk gaan de zaken anders dan gebruikelijk. Het is een kleine camping en hier kan niet succesvol gehangen worden. Diede is het wel gewend.Maar de dames mogen zich vanaf dag één wel in de belangstelling van Philibert verheugen. Door hen omgedoopt in Philiminie. En ook in de belangstelling van de Franse kok, Olivier.
De aanloop
De 2800 meter hoge Canigou is een berg die erg tot de verbeelding spreekt. Zo zag Markies de Taillade Espinasse, uit het boek Parfum van Patrick Suskind, de Canigou als de plek om zijn fluïdale theorie te bewijzen. Hij dacht er twintig jaar jonger geworden weer vanaf te stappen. Onze pretenties zijn iets minder, maar we zien ‘m wel als een niet te missen uitdaging. Een inloopwandeling moet duidelijk maken hoe het met de fysieke gesteldheid staat. Die is heel behoorlijk. Al moeten we voorzichtig zijn met Diede’s ontsteking op haar hiel en Anouk raakt een keer in acute ademnood.
Pic de Canigou
De Pic du Canigou is de hoogste top van het ‘Massif de Canigou’, in het Franse deel van de oostelijke Pyreneeën. Het ligt in de regio Languedoc Roussilon (in Catalonië) in het departement Pyrénées-Orientales. De berg is 2784 meter hoog. Op één van de noordwestelijke hellingen ligt de beroemde abdij van Saint-Martin du Canigou.
De Canigou ligt tussen Prades en Prats de Mollo, op ca 50 km van de Middellandse Zee en is vaak al van grote afstand (> 100 km) zichtbaar. In de nacht van 23-24 juni brandt op de berg het jaarlijkse St. Jansvuur. De eerste geregistreerde beklimming is uitgevoerd door, onder andere, Pere II, koning van Catalunya en Aragon, in 1285.
Speciaal voor de dames staan Barcelona en Andorra op het programma. Lekker shoppen. Ze maken in- en op weg naar Barcelona kennis met kleine criminaliteit. Tijdens een kop koffie bij een tankstation papt een jongen met hen aan. Het is een alleraardigste en leuke vent. Maar helaas vergeet hij dat hij getankt heeft en scheurt weg zonder te betalen. Achtervolgt door de pompbediende die alleen nog maar een paar rammen op z’n auto kan geven. In Barcelona is er weer een alleraardigste jongeman. Vervelend voor Diede is alleen dat ze niet meer weet wie hij is. Terwijl hij toch ongevraagd en ongezien haar mobieltje uit haar tas heeft gehaald.
Bovenop is het een drukke bedoening. De Canigou is populair. De uitzichten zijn dan ook spectaculair. En ook wel verrassend. Want langs de door ons gevolgde route heb je nauwelijks zicht op de lager gelegen delen. Naast het topkruis staat een gedenksteen voor een daar overleden man. Nederlander. Maar goed, hij heeft het toch maar mooi gehaald. Ik vertel het toch liever zelf aan Karin, beneden bij Anouk. In die gedachtengang begin ik me toch een beetje zorgen te maken over de afdaling. Diede niet. Als eerste neemt ze m’n rugzak over. Vervolgens gaat ze me aanwijzingen geven. “Kijk pap, als je je voet nu daar neerzet, de ander daar en dan een stuk naar beneden glijdt (!), dan kom je vanzelf op dat richeltje uit”. Paps zoekt het meer in houvast en vindt het niet zo’n goed idee. Veel meer als “ga jij maar vast” komt er niet uit. Jemig de pemig, die griet kent geen angst en ik sta hier een beetje te bibberen. Maar iedereen komt weer heelhuids beneden.
Na afloop
Op de terugweg naar Nederland spreken we de vakantie-activiteiten nog eens door. Diede is er heel erg duidelijk over. De klim naar de top van de Canigou was het hoogtepunt.
Een jaar later op 24 juli 2007 om zeven uur ‘s morgens ontvang ik een sms-bericht. ‘Pap! We rijden nu langs de Canigou, leuk he J! Het staat helemaal aangegeven op de borden J. Ik herken de berg alleen niet, hi hi. Groetjes, Diede’.
Leendert P. Bakker, Amsterdam, september 2007.
Diede houdt een verslag van dag tot dag bij. Dat is voor Anouk soms wel even schrikken. Want Diede’s direktheid blijkt zich ook tot papier uit te strekken. En als het literair moment dan daar is en iemand voorleest dat je vanmorgen erg chagrijnig was, dan is dat niet leuk. Maar het verslag roept ook leuke momenten op: “toen we net te eten zaten kwam Philiminie weer langs. Dat was zo stom, hij zat met z’n hoofd in m’n slipje”. De dames lachen er hartelijk om. Hier moeten we een beetje sturend optreden. “Diede, als een ander dit leest, wat denkt diegene dan wat Philiminie deed”? Het is even stil, maar dan bulderen de dames. Wij: “Misschien helpt de aanvulling dat het slipje aan de waslijn hing”?
Naar boven
De Canigou. We zijn in het gezelschap van een paar andere campinggasten. De klim is de eerste kilometers geleidelijk en gaat door bos. Daarna ook langs grassige velden met koeien en kamperende hikers. Olivier, voor deze gelegenheid tochtleider, pauzeert regelmatig en zo kan er hergegroepeerd worden. Diede en Anouk zitten constant in de voorste gelederen. We spreken nog wat wijze woorden over ‘je krachten verdelen’, maar die zijn niet aan hen besteed. Als het traject rotsig wordt en de klim stevig moet Anouk er dan ook af. Een prima prestatie en ze is pittig hoog gekomen. Karin blijft bij haar.
Bij de laatste stop onder de top kom ik Diede weer tegen. Niet voor lang, want als Olivier weer verder gaat zit ze direkt achter ‘m. Langzaam wordt me duidelijk dat het voor haar een erezaak is om als één van de eersten bovenop de Canigou te staan. En dat lukt dus ook. Mij niet. Het laatste stuk is lopend niet meer te doen. Het is klauteren en klimmen en dat moet voorzichtig en weloverwogen gebeuren. Het duurt Diede allemaal veel te lang, want er moet een topfoto gemaakt worden. En het toestel zit in mijn dagrugzak. Net onder de top en krampachtig tegen de wand geplakt moet ik die dan ook inleveren. Als ik m’n been over de laatste rand slinger staat Diede al op de foto.